Op Prinsjesdag is bekend geworden, dat het kabinet besloten heeft tot invoer van een Baangerelateerde Investeringskorting (BIK in het kort). Doel van de regeling is het stimuleren van investeringen door het bedrijfsleven, die door coronacrisis anders sterk achter zouden blijven. Een terugval in investeringen zal namelijk ook op lange termijn de economie schaden, omdat bedrijven hun productiecapaciteit niet uitbreiden.
Het is de bedoeling dat met de BIK ondernemers een percentage van de gedane investeringen in mindering kunnen brengen op de loonheffing.
Het kabinet wil deze korting tijdelijk invoeren per 1 januari 2021, voor investeringen waarvoor de beslissing is genomen op of na 1 oktober 2020 en die in 2021 of 2022 volledig zijn betaald.
BIJDRAGE
Via de BIK kan een percentage van de investeringskosten afgetrokken worden van de af te dragen loonheffingen van uw onderneming. De BIK is nadrukkelijk gericht op het mkb door het inbouwen van een staffel:
- Voor het totale investeringsbedrag tot en met € 5 miljoen per kalenderjaar per BIK-inhoudingsplichtige bedraagt de afdrachtvermindering 3,9% van het investeringsbedrag.
- Voor het deel van het investeringsbedrag boven de € 5 miljoen per kalenderjaar bedraagt de afdrachtvermindering 1,8% van het investeringsbedrag.
- Als de Europese Commissie goedkeuring geeft om als ‘fiscale eenheid’ gebruik te maken van de BIK, is dit met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021. Mocht deze goedkeuring er niet komen, dan worden de percentages van de BIK met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 verhoogd. Bij grote investeringen in een jaar bedraagt de korting tot € 5 miljoen in dat geval 5%, daarboven 2,08%.
Een BIK aanvraag dient tenminste voor een totaalbedrag van € 20.000 aan investeringen te zijn. Daarnaast geldt dat een individueel bedrijfsmiddel in een aanvraag minimaal €1.500 aan investering moet vertegenwoordigen. Dit leidt tot een minimaal financieel voordeel van € 600 voor een bedrijf als het gebruik maakt van de BIK.
Een aanvraag kan dus gelijktijdig voor meerdere investeringen in bedrijfsmiddelen gedaan worden. De RVO controleert de aanvraag en geeft bij goedkeuring een BIK-verklaring af. Op grond van deze verklaring kan het bedrijf de BIK toepassen in de loonaangifte in het jaar waarin de verklaring is afgegeven.
Bij de vormgeving van de voorgestelde wettelijke regeling, bijbehorende controles etc. wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de WBSO-regeling.
VOORWAARDEN
Op het moment van dit schrijven zijn precieze details nog niet bekend. Wel heeft het kabinet aangegeven, dat de reikwijdte van de BIK overeen zal komen met die van de KIA als het gaat om de te stimuleren bedrijfsmiddelen. Dat betekent dat o.a. de volgende type investeringen uitgesloten zullen zijn van de BIK-afdrachtvermindering:
- bepaalde bedrijfsmiddelen, zoals woonhuizen, grond, dieren, vaartuigen voor representatieve doeleinden, effecten, vorderingen, goodwill en publiekrechtelijke vergunningen;
- personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer;
- bedrijfsmiddelen die zijn bestemd voor verhuur;
- investeringen waarvoor verplichtingen worden aangegaan tegenover personen die behoren tot hetzelfde huishouden, bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, personen die behoren tot hun huishouden of verbonden lichamen.
Stapeling van BIK met andere regelingen
De BIK vormt een tijdelijke aanvulling op reeds bestaande stimuleringsmaatregelen zoals de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA), en de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-bedrijfsmiddelen (MIA\VAMIL).
Dit betekent dat er een overlap mogelijk is tussen de verschillende regelingen. Met andere woorden: er zijn situaties mogelijk waarin voor dezelfde investering zowel BIK, KIA als EIA mogelijk is.
BUDGET EN DEADLINES
BIK aanvragen kunnen naar verwachting vanaf 1 september 2021 worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Een bedrijf kan maximaal één keer per kwartaal een aanvraag doen, oftewel maximaal 4x per kalenderjaar.
Vanwege de snelheid waarmee de BIK-regelgeving wordt voorgesteld, zal het aanvraagloket nog niet met ingang van het moment dat de regeling in werking treedt, 1 januari 2021, beschikbaar zijn, maar wel per 1 september 2021.
Een BIK-inhoudingsplichtige kan zijn investeringen voor een aanvraag echter opsparen over een periode langer dan een kwartaal. De aanvraag moet uiterlijk worden gedaan binnen 3 kalendermaanden na afloop van het kalenderjaar waarin de BIK investeringen volledig zijn betaald.
Budget
Het kabinet stelt € 2 miljard per jaar ter beschikking voor de jaren 2021 en 2022, € 4 miljard voor de looptijd van de regeling. Als de economische crisis voorbij is, is de BIK niet langer nodig. De regeling geldt dan ook niet voor investeringen die na 31 december 2022 worden gedaan.